Over klimplanten en geveltuinen

Een perfecte manier om je gevel op te fleuren met honderden bloemen in verschillende kleuren zijn klimrozen.
Ik verkies soorten met een minder ingewikkelde, open bloemvorm om het de bijen gemakkelijk te maken.
Ze doen zich graag met honderden tegelijk tegoed aan een overvloedig feestmaal.
Op een relatief kleine gevel kan je zo toch een grote oppervlakte beplanten.

Om een minder fraaie gevel te vergroenen gebruik ik vaak de bladverliezende wilde wingerd en de wintergroene klimop.
Beide snelle groeiers zijn een paradijs voor insecten en kleinere zangvogels zoals mussen , winterkoning en de merel, die zich hier in nestelen. In volle bloei laten ze de gevel werkelijk zoemen op zomerdagen.
Mooi meegenomen met een zonneklopper als de wilde wingerd is dat hij zo een ferme buffer (isolatie) vormt tegen de zomerzon.
In het najaar kleuren de grote bladeren van geel naar roze tot oranjerood en zelfs magenta net voor ze afvallen.

Een geveltuin is één en al voordelen en prachtig om te zien.

Eindelijk regen?

Wat vorig jaar begon als een hete, droge zomer liep over naar een droge winter en ( tot nu toe) een té droog voorjaar.
In cijfers wil dat zeggen dat het grondwater meer dan 1,5 meter lager staat dan het normale peil en dat er een neerslag tekort is ( regen, hagel, sneeuw) van meer dan 200 liter per m².
In een tuin van 10 are is dit maar liefst 200.000 liter.

Zelfs in onze natuurlijke tuin laat dit sporen na en leert het ons om nog bewuster om te gaan met zinvol gebruik van regenwater in onze tuin.

Nog meer gaan we inzetten op sterke, inheemse en streekeigen bomen, struiken en vaste planten die overleven met minder water en op drogere plekken.

Je tuin beregenen met drinkwater is sowieso niet verstandig want zo wordt het watertekort nog erger. Probeer liever zoveel mogelijk hemelwater op te vangen. Dit kan in watertonnen en- putten . Als je tuin het toelaat kan het ook in een natuurlijke poel of een moeraszone.
Indien nodig kan je hieruit op een doordachte manier water putten om zinvol te gebruiken in je moes -en siertuin.

Zaaien en planten heeft ook alleen zin als de bodem vochtig genoeg is en er de komende periode regelmatig regen zal vallen.
Als je dan toch moet gieten of beregenen met je hemelwater doe het dan liefst ’s avonds, zodat de planten de koelere nacht hebben om alle vocht op te nemen.
Twee keer per week intens beregenen heeft meer effect dan een dagelijkse oppervlakkige douche.
Als we samen verstandig met water in onze tuin omspringen, kunnen we toch genieten van al het moois in onze natuurlijke tuin.
En grondwater? Dat blijft natuurlijk in de grond, waar het onmisbaar is!

Oei, nu al Lente? Oef, … eindelijk Lente

Ook al is het volgens de kalender nog volop winter, toch laat het weer van de voorbije en komende dagen ons anders aanvoelen.

Gisteren 15 februari haalden we in de zon al meer dan twintig(!) graden.

Ook de natuur ontploft bij zo’n weerfenomeen. Ik zag de eerste citroenvlinders en wilde bijen in de tuin. Gretig vlogen ze op de bloeiende krokussen. Bijen, vlinders, hommels… de meeste insecten hebben het niet gemakkelijk. Net daarom vormt een verstandig aangeplante en beheerde ecologische tuin een waar walhalla voor deze beestjes. Vroegbloeiers zoals krokussen, bosanemonen, speenkruid en wilgen helpen zeker onze wilde-en honingbijen een goeie start te maken. Later op het jaar zorgen de bloeiende inheemse struiken, vaste planten, hooilanden en bloemenweiden voor een rijkelijk gedekte tafel.

In onze ecologische tuin is er ruim plaats voor ruigtes, hoog gras, snoeihout, bladhopen, moshoekjes en wat chaos.

Geen veel te grote getrimde, ontmoste en kortgeschoren gazons, geen zoutloze coniferen of doodsaaie borders. Als je je tuin meer ecologisch inricht compenseer je mondjesmaat alle ecologische woestijnen.

Meer nog, je tuin kan zo zijn een antigif zijn tegen de overal oprukkende, overbemeste, giftige maisakkers, de platgespoten fruitplantages en stukgetrappelde paardenweiden waaruit elke vorm van leven stilaan verdwijnt.

Jij zorgt zo voor een klein biodivers paradijsje!

de ecologische tuin is klaar voor de winter

Eind november maken we onze tuin klaar voor de winterrust.  Uitgebloeide vaste planten laten we ongemoeid tot in het voorjaar. Hun loof gaat stilaan verdrogen,verteren  en bevriezen en vormt zo een ideale winterplek voor veel nuttige insekten. Het loof is ook een prima deken die de bodem warmer houdt in de winter.

Grasvelden niet te kort maaien voor de winter en voorzie ruigtes (zones met ongemaaid gras) die ook als schuilplaats dienen voor insecten, muizen en egels.

Snoeiresten en takken leg je op hopen zodat ook hier vogels en zoogdieren kunnen schuilen die je tuin in het voorjaar omtoveren tot een paradijs. Je kan ze in de lente opruimen, maar laten liggen mag ook.

Afgevallen bladeren onder struiken  en hagen laat je best liggen ,afgevallen bladeren op je korter gasveld of bloemenwei ruim je op en kan je elders in de tuin gebruiken.

In klassieke tuinen zie je vaak voor de winter een echte kaalslag; net of mister proper is langsgeweest, zulke tuinen zijn echte ecologische woestijnen waar alle spontane, natuurlijke levensvormen zijn verdwenen. In de ecologische tuin doen we net het tegenovergestelde.